Wie beslist waar wordt gebouwd?

Misschien ben je al een tijdje op zoek naar een huis. Koopwoningen worden op dit moment snel verkocht en de lijst met wachtenden voor sociale huurwoningen is groot. Het thema woningbouw is daarom interessant om te bekijken. Want, wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor een toereikend en afwisselend aanbod aan koop- en (sociale) huurwoningen? Jan Leendert van den Heuvel, wethouder Ruimtelijke Ordening, gaf het antwoord.

DOOR MITCH HUISMAN

Nederland moet een leefbaar land blijven. Dit kan door bijvoorbeeld natuur te behouden en te zorgen voor een goede lucht- en waterkwaliteit. Om die reden stelt de Provincie richtlijnen op, zodat er nog voldoende groene ruimte blij . De gemeente mag binnen die richtlijnen specifiek toewijzen waar gebouwd mag worden. In een bestemmingsplan legt de gemeente vast wat er met een bepaald stuk grond gedaan mag worden. Bestemmingsplannen gelden over het algemeen over een gedeelte van het buitengebied of een hele wijk. Moet het natuur blijven, is het bedoeld voor agrarisch gebruik, mag er nieuwbouw komen of mag er uitgebreid worden voor een bestaande wijk? Er staat ook in of een supermarkt of kantoor zich mag vestigen. Daarnaast staat de maximale bouwhoogte in het bestemmingsplan vermeld.

Postzegel
Wethouder Jan Leendert van den Heuvel: “Soms gaat een bestemmingsplan over een klein stukje grond, bijvoorbeeld één perceel. Dat noemen we een postzegelbestemmingsplan. De volgende keer dat het grotere bestemmingsplan wordt gewijzigd, nemen we de wijziging van het postzegelbestemmingsplan daarin op.” Als je van plan bent om te (ver)bouwen, is het raadzaam het bestemmingsplan te raadplegen op ruimtelijkeplannen.nl. Is je plan niet toegestaan, dan kun je een principeverzoek indienen bij het college om je bouwplan toch mogelijk te maken door bijvoorbeeld het bestemmingsplan te wijzigen.

Van ontwerp tot vaststelling 
Burgemeester en wethouders maken het ontwerp van het bestemmingsplan. Ze wegen feiten en belangen tegen elkaar af en stellen de bestemming en regels op. Daarna kunnen betrokkenen zienswijzen indienen die daarmee aangeven hoe zij over het bestemmingsplan denken. Het college beantwoordt de zienswijzen en kan het plan eventueel wijzigen. Daarna kan de raad het bestemmingsplan vaststellen, afwijzen of een amendement indienen. Met een amendement vraagt de gemeenteraad aan het college het besluit te veranderen.

Voor elk wat wils
De gemeente hee de taak om te zorgen voor voldoende woningen voor haar inwoners. Ze moet daarbij rekening houden dat voor iedere leeftijd en voor ieder inkomen geschikte woningen zijn. Zo moeten er eengezinswoningen, woningen voor alleenstaanden en voor ouderen zijn. De gemeente zorgt voor woningen in verschillende prijsklassen en voor een goede mix tussen koop- en huurwoningen.

De gemeente maakt afspraken met de woningbouwcorporatie en de huurdersvereniging over de verdeling koop- en huurwoningen, de (huur)prijzen, wie er kunnen wonen (zoals de bewoners van het Thomashuis en de Herbergier) en over de duurzaamheid van de woningen (zoals de Nul op de Meterwoningen). Jan Leendert: “We hebben met elkaar afgesproken dat minimaal twintig procent van de woningen sociale huurwoningen moet zijn. Deze afspraak en andere over bouw, renovatie of herbestemming worden in een prestatieafspraak vastgelegd. Hierin staat wat de woningbouwvereniging of –corporatie de komende vijf jaar van plan is.” De gemeenteraad en wethouder leggen deze afspraken vast in een woonvisie en die kun je inzien op de website van de gemeente.

Scheve verhouding

Ook regionaal worden afspraken gemaakt met de buurgemeenten. Bodegraven- Reeuwijk doet dat met de gemeenten Gouda, Waddinxveen, Zuidplas en Krimpenerwaard. “We stemmen met de andere gemeenten af welk soort woningen gebouwd worden. Zo voorkomen we dat woningen worden gebouwd voor dezelfde doelgroep in twee aanliggende gemeenten. Anders krijg je een erg scheve verhouding qua woningaanbod”, zegt Van den Heuvel.

Van eigen bodem
Een woningbouwproject is vaak een langdurig traject. Hoe gaat dat in z’n werk? Jan Leendert: “Soms is de grond van de gemeente. Het kan zijn dat de gemeente een soort prijsvraag uitschrijft . Het college kiest de projectontwikkelaar met het beste plan en die kan dan de grond kopen en er huizen op bouwen.” Wanneer de grond van de projectontwikkelaar zelf is, hee de gemeente er wat minder over te zeggen. Als het plan van de projectontwikkelaar niet aan het bestemmingsplan voldoet, kan er van het bestemmingsplan afgeweken worden. Het college hee die bevoegdheid, maar alleen als deze mogelijkheid tot afwijking in het bestemmingsplan staat.

Soms worden er specifieke eisen gesteld aan het uiterlijk van te bouwen woningen. Dat noemen we het welstandniveau. Projectontwikkelaars moeten daarmee in hun plannen rekening houden. Hoe hoger dat niveau, hoe meer eisen er worden gesteld aan hoe woningen eruitzien. Zo past een woning in een wat oudere bouwstijl beter in een oud centrum en wil je in de buitengebieden bijvoorbeeld meer natuurlijke materialen. “Op die manier kunnen we het karakter van onze dorpen en buitengebieden beschermen”, zegt Jan Leendert van den Heuvel.

TEKORT
Ondanks de afspraken in de woonvisie is op dit moment een tekort aan woningen voor jongeren in de gemeente. Doordat grond soms te duur verkocht wordt, zijn betaalbare woningen voor deze doelgroep vaak niet mogelijk. Het is een heikel punt dat de oppositiepartijen al een tijd een doorn in het oog is. Aangezien de wethouders worden geleverd door de coalitiepartijen en de coalitie vaak akkoord gaat met het voorstel van de wethouder, heeft de oppositie op dit punt weinig in te brengen.