Wie beslist wat in het sociaal domein?

Deze week staat het sociaal domein centraal bij de vraag ‘wie beslist wat?’ Sinds 2015 zijn er grote veranderingen doorgevoerd als het gaat om het sociaal domein. Gemeentes zijn nu verantwoordelijk voor individuele ondersteuning, werk en jeugdzorg. Eerder waren dit taken van de Rijksoverheid. Dit betekent niet dat de gemeente nu geheel vrij is in de inrichting van het sociaal domein; er zijn nog steeds wetten en regels die de gemeente krijgt vanuit de Rijksoverheid en die de gemeente uitvoert. Hoe dat wordt uitgevoerd en met welke organisaties, verschilt wel per gemeente.

DOOR SIMONE EDELMAN

Onder de term sociaal domein verstaan we taken die de gemeente uitvoert voor inwoners op het gebied van individuele ondersteuning, werk, inkomen en jeugdzorg. Hierbij gaat het erom dat iedereen mee kan doen, naar school kan of werk heeft, dat mensen met grote schulden worden geholpen en natuurlijk dat er (jeugd)gezondheidszorg wordt geboden. Sinds 2015 ligt hiervoor een belangrijke verantwoordelijkheid bij de gemeentes.

Iedere gemeente krijgt te maken met dezelfde wetten vanuit de Rijksoverheid, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de nieuwe Jeugdwet. Toch kan de uitvoering van deze wetten, en daarmee de ondersteuning die jij als inwoner ontvangt, per gemeente verschillen. Mirjam van Veen van welzijnsorganisatie SAM vertelt ons hier meer over. Mirjam: “De gemeente krijgt te maken met wettelijke kaders, maar bepaalt hierbinnen zelf met welke uitvoerende organisaties zij werkt. SAM is een van de samenwerkingspartners van gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Er is nadrukkelijk voor gekozen om een lokale partij te contracteren”.

Eerste aanspreekpunt

De gemeente maakt jaarlijks afspraken met verschillende organisaties, die zich inzetten op een ander gebied van zorg en welzijn. Om goede hulp aan inwoners te kunnen bieden, is het belangrijk dat organisaties goed samenwerken. Als jij als inwoner behoefte hebt aan begeleiding of ondersteuning, is het sociaal team het eerste aanspreekpunt waar je terecht komt. Het sociaal team bestaat in onze gemeente uit 26 personen met verschillende disciplines uit bijna net zoveel samenwerkende zorg- en welzijnsorganisaties.

Mirjam: “Het sociaal team noemen we de voorkant van de hulpverlening. Als de vraag van een cliënt te complex wordt of vraagt om langdurende begeleiding, leidt het sociaal team je door naar de gespecialiseerde hulpverlening.” De zorg- en welzijnsorganisaties waarmee de gemeente werkt, kun je grofweg in twee groepen verdelen. Partijen die jou individueel ondersteunen als je in de problemen zit en partijen die ervoor zorgen dat er zo weinig mogelijk problemen ontstaan. Die laatste bieden, zoals dat heet, collectieve voorzieningen ter preventie.

Het geld dat nodig is voor het sociaal domein wordt niet opgehaald met de gemeentelijke belastingen. De gemeente krijgt hiervoor een budget van de Rijksoverheid. Hoeveel geld dat is, wordt bepaald door het inwoneraantal van de gemeente en door de achterstandsscore. Zo zijn er gemeentes die wijken bevatten waar veel mensen zorg nodig hebben. Zij krijgen extra geld. In Bodegraven-Reeuwijk is dit niet het geval. De Wmo-raad adviseert het college bij het voorbereiden en uitvoeren van besluiten die gaan over de Wmo of de Jeugdwet. Stichting Puree doet hetzelfde op het gebied van de Participatiewet.

Participeren

Het is afhankelijk van de gemeenteraad naar welk thema of onderwerp de meeste aandacht uitgaat. Richt de raad zich bijvoorbeeld veel op sport en jeugd, op ouderen of bestrijding van eenzaamheid? Mirjam: “Het belangrijkste thema van het huidige college in Bodegraven-Reeuwijk is ‘op eigen kracht, de burger is aan zet’, startblokgelijkheid voor jeugd en versneld inburgeren. Een belangrijk thema voor de komende jaren is ‘sturen op geluk; wat hebben mensen nodig?’. Participatie is hierbij het sleutelwoord. Meer de dorpen in, samen invulling geven aan het Huis van Alles, de inzet van sociaal makelaars en meer initiatieven van inwoners mogelijk maken zijn hier allemaal onderdeel van.” Als na de verkiezingen het volgende college bestaat uit andere politieke partijen, kan dit zomaar anders worden. Een hele grote aardverschuiving verwachten we echter niet, omdat de raad ook met aanwezige oppositiepartijen nauw betrokken is bij de beleidskeuzes van het college.

Wie mag jou helpen?

Als inwoner heb je invloed op het zorg- en welzijns­programma dat de gemeenteraad samenstelt. Dat doe je door te stemmen op een partij die een visie heeft die overeenkomt met jouw idee over welzijn en geluk. Je kunt ervan uitgaan dat die partij deze visie goed zal verdedigen als erover wordt gediscussieerd in de gemeenteraad. De raad neemt een democratisch besluit over waar de speerpunten liggen in de uitvoering van de individuele ondersteuning, werk en jeugdzorg. Als inwoner heb je directer invloed als je zelf actief wordt in de gemeenteraad, Wmo-raad of bij Stichting Puree.