Lokale politiek vs. de grote boze wereld

In deze rubriek zijn we zo druk met de lokale politiek, dat je bijna zou vergeten dat een gemeente niet op zichzelf staat. Zo heb je natuurlijk te maken met landelijke plannen, maar hebben ook de provincie en buurgemeentes een vinger in de pap. Om erachter te komen hoe je hier als lokale partij mee omgaat, gingen wij in gesprek met Johannes Mattiesing van SGP Bodegraven-Reeuwijk.

DOOR SIMONE EDELMAN

Lokale politieke partijen maken zich druk over onderwerpen die bewoners in de gemeente aangaan. Dat is bijvoorbeeld de zorg, onderwijs of het milieu. De gemeenteraad kan beslissen over de bouw van een nieuwe school, maar besluit niet vanaf wanneer kinderen leerplichtig zijn. Bij zaken die niet alleen de inwoners van een gemeente aangaan, maar ook alle inwoners van de provincie of van het land, gaan grotere machten zich ermee bemoeien: de Provinciale Staten en de Tweede Kamer.

Zelfde idee, ander begrip

Ik hoor je al zuchten. Denk je net de lokale politiek een beetje onder de knie te hebben, gooien wij er weer nieuwe termen in. Geen paniek, het is niet zo lastig als het wellicht lijkt. Landelijke politiek werkt namelijk grotendeels hetzelfde als in de gemeente. De Tweede Kamer is vergelijkbaar met de gemeenteraad. Hetzelfde geldt voor het kabinet dat bestaat uit ministers met als voorzitter de koning. Op lokaal niveau is dit het college van burgemeester en wethouders. Lokale en landelijke politiek werken vrijwel hetzelfde, maar er worden soms verschillende termen gebruikt om iets aan te duiden. De rijksoverheid kan bijvoorbeeld over wetten besluiten en op lokaal niveau heet dit weer een gemeentelijke verordening.

Wat merkt een lokale politicus nou van de provinciale en landelijke politiek? Johannes Mattiesing: ‘Sommige thema’s zijn toebedeeld op landelijk of provinciaal niveau en daar hebben wij als gemeenteraad weinig over te zeggen. Dat is soms lastig, omdat je beleid krijgt opgelegd wat je als lokale politiek alleen maar kunt uitvoeren. Provinciaal bestuur is wel nodig, omdat er nou eenmaal thema’s zijn die niet door afzonderlijke gemeentes kunnen worden aangepakt, zoals de aanleg van een nieuwe weg. Ook is het fijn dat er afstemming is tussen gemeentes over bijvoorbeeld bouwplannen.’

Landelijke binding
In een eerdere aflevering van deze rubriek leerden we dat in principe iedereen een politieke partij kan oprichten. Zo zijn er in gemeentes politieke partijen die niet landelijk vertegenwoordigd zijn. De SGP is een partij die wel een zogenoemde landelijke binding heeft. Dit betekent dat de partij landelijk actief is, maar ook afdelingen heeft in gemeentes. Dat brengt zo zijn voordelen mee. Johannes: ‘Een voordeel is dat er vanuit de landelijke SGP partijdagen en trainingen worden georganiseerd. Hier ontmoet je andere SGP-leden en krijg je handige tips, vaak over heel praktische zaken. Daarnaast is de landelijke naamsbekendheid een voordeel en zijn bijvoorbeeld campagnematerialen makkelijk voor handen.’

Johannes geeft aan dat het soms fijn is om te bekijken hoe de landelijke partij of andere SGP-afdelingen met vraagstukken omgaan. Daarover gesproken; onlangs werd bekend gemaakt dat de SGP in Amsterdam een jonge, vrouwelijke lijsttrekker heeft. Dat geeft een heel ander beeld dan de 24 mannen die op de kieslijst van SGP Bodegraven-Reeuwijk prijken. Ziet Johannes dat in de toekomst misschien veranderen? Johannes: ‘Dat er bij ons geen vrouwen op de kieslijst staan, is geen bewuste keuze. De SGP heeft landelijk een grote jongerenbeweging en hier is een mooie mix te zien van zowel jonge mannen als vrouwen. Ik sluit dus niet uit dat er zich in de toekomst meer vrouwen bij onze partij aanmelden.’

Klein tegen groot
Wij kunnen ons goed voorstellen dat het frustrerend is om als gemeenteraad niet altijd inspraak te hebben over onderwerpen die de gemeente aangaan. Johannes is het daarmee eens, maar bekijkt het ook anders. ‘Op verjaardagen en feestjes hoor je vaak mensen praten over wat niet goed gaat of wat anders moet. Dat kunnen grote thema’s zijn, maar net zo vaak gaat het over punten waar je wel degelijk invloed op kunt hebben. De plek om daar echt iets aan te doen, is in de raadszaal.’

 

Johannes Mattiesing werd geboren in Groningen. In zijn studententijd kwam hij ‘naar het westen’ en is hier vervolgens gebleven. Zestien jaar lang had hij een ontwerpbureau voor openbare ruimtes, waarvoor hij veel in opdracht van gemeentes werkte. Als commissielid Ruimte kwam deze kennis hem goed van pas. Op dit moment is Johannes werkzaam als zelfstandig ondernemer en is hij gemeenteraadslid.